Begrippen

Onderstaand een lijst domeinnaam-gerelateerde begrippen en uitleg.

Domeinnaam: Een uniek digitaal adres dat gebruikt wordt om websites te identificeren op het internet, makkelijker te onthouden dan een IP-adres.

IP-adres: Internet Protocol adres, een unieke reeks cijfers gescheiden door punten die elk apparaat identificeert dat verbonden is met het internet.

DNS (Domain Name System): Het systeem dat domeinnamen vertaalt naar IP-adressen, waardoor browsers servers op het internet kunnen vinden.

TLD (Top-Level Domain): Het hoogste niveau in de hiërarchie van domeinnamen, rechts van de laatste punt, zoals .com, .org, of .net.

SLD (Second-Level Domain): Het deel van een domeinnaam dat direct links van het TLD staat, vaak het "merk" van de website, zoals 'google' in Google .

Registrar: Een bedrijf dat de registratie van domeinnamen aanbiedt aan het publiek, geaccrediteerd door ICANN of een nationale autoriteit.

Registry: De organisatie die de registratie beheert van alle domeinnamen binnen een specifiek top-level domain (TLD).

ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers): De organisatie die verantwoordelijk is voor het beheer van de globale domeinnaam systeeminfrastructuur.

Whois: Een publiek toegankelijke database die gedetailleerde informatie bevat over de registratie van een domeinnaam.

Cybersquatting: Het registreren, verkopen of gebruiken van een domeinnaam met de intentie om te profiteren van de reputatie van iemand anders’ handelsmerk.

DNSSEC (Domain Name System Security Extensions): Een set van protocollen die de authenticiteit van responsgegevens in het DNS beveiligen.

IPv6 (Internet Protocol version 6): De nieuwste versie van het internetprotocol dat een bijna onbeperkt aantal unieke IP-adressen biedt.

Premium Domein: Een domeinnaam die als waardevoller wordt beschouwd vanwege zijn korte lengte, gemakkelijke herkenbaarheid, en hoge zoekvolume potentieel.

Domeinvernieuwing: Het proces van het verlengen van de registratie van een domeinnaam voordat het verloopt, om continue eigendom te waarborgen.

Webhosting: Een dienst die organisaties en individuen in staat stelt hun website toegankelijk te maken op het internet.

SSL-certificaten (Secure Sockets Layer certificaten): Een standaard beveiligingstechnologie voor het tot stand brengen van een gecodeerde verbinding tussen een server en een cliënt.

URL (Uniform Resource Locator): Het specifieke adres van een pagina of bestand op het internet, inclusief het protocol (zoals http), de domeinnaam, en het pad naar het bestand.

Subdomein: Een derde niveau domein dat onderdeel is van een grotere domeinnaam, vaak gebruikt om verschillende secties van een website te organiseren, zoals voorbeeld.com .

Parked Domain: Een domeinnaam die geregistreerd is maar niet gekoppeld is aan een website of e-maildiensten, vaak tijdelijk gehouden voor toekomstig gebruik of verkoop.

Redirection: Het proces van het automatisch omleiden van een bezoeker van het ene webadres naar een ander, vaak gebruikt om verkeer te sturen naar een nieuwe site of een deel van een site.

A Record (Address Record): Een type DNS-record dat een domeinnaam koppelt aan een IPv4-adres.

AAAA Record: Een type DNS-record dat een domeinnaam koppelt aan een IPv6-adres.

CNAME Record (Canonical Name Record): Een type DNS-record dat een domeinnaam naar een andere domeinnaam verwijst, in plaats van naar een IP-adres.

MX Record (Mail Exchange Record): Een type DNS-record dat specificeert welke mailserver e-mail ontvangt voor een domein.

TXT Record: Een type DNS-record dat tekstuele informatie verstrekt aan externe bronnen. Dit wordt vaak gebruikt voor beveiligingsdoeleinden, zoals het verifiëren van domeineigendom.

SRV Record (Service Record): Een type DNS-record dat specificeert op welke TCP- of UDP-poort een bepaalde dienst beschikbaar is.

NS Record (Name Server Record): Een type DNS-record dat aangeeft welke servers het DNS voor een domein beheren.

SOA Record (Start of Authority): Een type DNS-record dat essentiële informatie over het domein bevat, waaronder de primaire DNS-server, de e-mail van de domeinbeheerder, en timing eigenschappen.

IDN (Internationalized Domain Name): Domeinnamen die niet-Latijnse tekens bevatten, waardoor internetgebruikers domeinnamen in hun lokale talen en scripts kunnen registreren.

DNS Propagation: Het proces waarbij DNS-wijzigingen worden bijgewerkt en verspreid over het hele internet.

Domain Locking: Een beveiligingsfunctie die de overdracht van domeinregistratie van de ene registrar naar de andere voorkomt zonder de toestemming van de domeineigenaar.

EPP Code (Extensible Provisioning Protocol Code): Een beveiligingscode die nodig is om een domeinnaam over te dragen van de ene registrar naar de andere.

WHOIS Privacy: Een service aangeboden door vele domeinregistrars die persoonlijke contactinformatie in de WHOIS-database verbergt.

DMARC (Domain-based Message Authentication, Reporting and Conformance): Een e-mailverificatieprotocol dat helpt bij het beschermen van e-maildomeinen tegen spoofing en phishing.

DKIM (DomainKeys Identified Mail): Een e-mailauthenticatiemethode die helpt bij het verifiëren van de afzender en integriteit van berichten.

SPF (Sender Policy Framework): Een e-mailverificatiesysteem dat specificeert welke mail servers zijn toegestaan om e-mail te versturen vanaf een bepaald domein.

TLS (Transport Layer Security): Een protocol dat privacy en gegevensintegriteit biedt tussen twee communicerende applicaties.

SSL (Secure Sockets Layer): Een verouderde voorganger van TLS, nog steeds vaak gebruikt om een versleutelde link tussen een webserver en een browser te beschrijven.

Wildcard SSL: Een SSL-certificaat dat encryptie biedt voor een domein en al zijn subdomeinen.

Reverse DNS Lookup: Het proces van het opzoeken van een domeinnaam die geassocieerd is met een gegeven IP-adres.

GeoDNS: Een DNS-technologie die content levert op basis van de geografische locatie van de gebruiker.

Anycast DNS: Een netwerkadressering- en routeringsmethode waarbij verzoeken aan een enkele bestemming kunnen worden gerouteerd naar meerdere locaties.

CDN (Content Delivery Network): Een systeem van gedistribueerde servers die pagina's en andere webcontent leveren aan een gebruiker, gebaseerd op de geografische locatie van de gebruiker, de oorsprong van de webpagina en de inhoudserver.

ICMP (Internet Control Message Protocol): Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door netwerkapparaten om diagnostische informatie en operationele fouten te communiceren.

Latency: De tijd die het kost voor data om van de ene punt naar de andere te reizen in een netwerk. In de context van domeinen is dit vooral relevant in hoe snel DNS-query's worden beantwoord.

Load Balancing: Het proces van het verdelen van netwerk- of applicatieverkeer over meerdere servers om betrouwbaarheid en capaciteit te vergroten.

HTTP/2: Een belangrijke revisie van het HTTP-netwerkprotocol, die prestatieverbeteringen biedt zoals multiplexen, server push, en header compressie.

HTTP/3: De nieuwste versie van het Hypertext Transfer Protocol, die gebruikt maakt van QUIC, een transportprotocol dat gebaseerd is op UDP, wat snellere connecties mogelijk maakt.

IPv4 Exhaustion: Het fenomeen waarbij het aantal beschikbare IPv4-adressen bijna op is, wat de overstap naar IPv6 noodzakelijk maakt.

Subnet Mask: Een 32-bit nummer dat wordt gebruikt om een IP-adres in te delen in netwerk- en hostcomponenten.

UDRP (Uniform Domain-Name Dispute-Resolution Policy): Een beleid vastgesteld door ICANN om geschillen over de eigendom van domeinnamen snel en kosteneffectief te beslechten. Dit wordt vaak gebruikt om gevallen van cybersquatting aan te pakken.

ACPA (Anticybersquatting Consumer Protection Act): Een federale wet in de Verenigde Staten die bedoeld is om cybersquatting te bestrijden, met name praktijken waarbij domeinnamen die bekende handelsmerken nabootsen geregistreerd worden met de intentie om te profiteren van het merk.

Trademark Infringement: De schending van de exclusieve rechten die aan de houder van een geregistreerd handelsmerk zijn toegekend, wat kan gebeuren wanneer een domeinnaam te veel lijkt op een handelsmerk.

WIPO (World Intellectual Property Organization): Een VN-agentschap dat verantwoordelijk is voor het bevorderen van de bescherming van intellectuele eigendomsrechten wereldwijd, inclusief arbitrage in domeinnaamgeschillen.

ICANN Arbitration: Een geschillenbeslechtingsprocedure beheerd door ICANN waarmee geschillen tussen domeinnaamregistranten en derden kunnen worden opgelost volgens de richtlijnen van de UDRP.

Reverse Domain Name Hijacking: Een situatie waarin een handelsmerkeigenaar ten onrechte probeert een domeinnaam te verkrijgen van de rechtmatige eigenaar, vaak door middel van juridische druk en misbruik van het UDRP-proces.

Domain Name Recovery: Juridische acties ondernomen door handelsmerkeigenaren of anderen om controle over een domeinnaam te herwinnen die zij als rechtmatig de hunne beschouwen.

First-Come, First-Served (FCFS): Een principe dat veel wordt gebruikt bij de registratie van domeinnamen, waarbij de registrant die het eerst een domeinnaam claimt, voorrang heeft, zolang er geen bestaande handelsmerkrechten worden geschonden.

Good Faith Registration: Een term die verwijst naar de registratie van een domeinnaam zonder de intentie om inbreuk te maken op de rechten van derden.

Bad Faith Registration: Het registreren van een domeinnaam met de intentie om te profiteren van de reputatie van het handelsmerk van een ander, wat vaak leidt tot geschillen en juridische acties.

Cease and Des ist Letter: Een formele juridische brief verzonden door een handelsmerkeigenaar of hun advocaat aan een partij die zij geloven inbreuk maakt op hun rechten, waarin zij ophouden met hun activiteiten.

Domain Name Seizure: Een juridische procedure waarbij een domeinnaam wordt onderschept en overgedragen aan een klager of overheid, meestal vanwege schending van de wet.

Intellectual Property (IP) Rights: Rechten die individuen en bedrijven beschermen tegen ongeoorloofd gebruik van hun creaties, waaronder handelsmerken, auteursrechten, en patenten binnen de context van domeinnamen.

Licensing Agreement: Een contract waarin een domeinnaamhouder toestemming geeft aan een andere partij om de domeinnaam te gebruiken onder bepaalde voorwaarden, vaak als onderdeel van een merkstrategie.

Trademark Dilution: De verzwakking van een merk door ongeautoriseerd gebruik van een vergelijkbare of identieke markering op een manier die zijn onderscheidend vermogen en reputatie vermindert.

  • Je domeinnaam binnen 60 minuten beschikbaar
  • Makkelijk & veilig betalen via iDEAL
  • Verhuiscode & factuur direct per E‑mail
  • Kosteloze ondersteuning tot 4 weken na aankoop
  • Honderden tevreden klanten gingen je voor!